06-10-2020 | Elk kwartaal stelt de VMCE een artikel uit GAAF! voor direct lezen beschikbaar via deze website. Dit keer een interview met deskundigen over handeczeem. Een lastige aandoening, vooral als het werkgerelateerd is. En de coronarichtlijnen vormen geen positieve bijdrage aan de genezing van handeczeem, want vaak je handen wassen of ontsmetten met alcohol verergert de klachten. Deskundigen leggen uit hoe zij de behandeling aanpakken en welke studies er lopen. We nodigen je uit om dit artikel uit GAAF! online te lezen.
Interview met dermatoloog en verpleegkundige over handeczeem
‘Desinfectiemoment kan irritatie opleveren’
In deze coronatijd ligt de nadruk veel op de handen: wassen, desinfecteren, geen handen meer schudden... Genoeg reden om eens een keer te spreken met dermatoloog Marie-Louise Schuttelaar en eczeemverpleegkundige Manon Sloot van het UMC Groningen, beiden gespecialiseerd in handeczeem. Midden in de zomervakantieperiode belt Diane van Beek ze op.
Hoe kijken jullie aan tegen de coronarichtlijnen vanuit een handeczeemperspectief?
Marie-Louise (ML): ‘Dit is bijzonder vervelend voor mensen met handeczeem. Zij hebben een gevoelige huid met een verstoorde huidbarrière. Ieder desinfectiemoment kan irritatie opleveren en daarmee meer klachten. Bovendien geeft desinfectie pijnklachten als mensen eczeem aan de handen hebben.’
‘Desinfectie geeft pijnklachten als mensen eczeem aan de handen hebben’
Manon (M): ‘Ook op de poli horen we terug dat patiënten het als vervelend ervaren om zo veel de handen te moeten wassen, omdat de klachten dan erger kunnen worden. Door het wassen drogen je handen uit, zodat je iedere keer weer moet smeren. Normaliter raden wij aan om het handen wassen te beperken, maar dat gaat nu niet vanwege het coronabeleid. We adviseren de mensen om hun handen extra vaak in te vetten.’
En hoe zit het met die desinfectiemiddelen die in iedere winkel staan?
ML: ‘Al voor de coronatijd is een onderzoek gedaan onder verpleegkundigen die in ziekenhuizen veel met patiënten werken en daarom vaak hun handen moeten desinfecteren. Dit onderzoek laat zien dat desinfectie met een handalcohol effectiever is en beter wordt verdragen dan iedere keer de handen wassen. Handen wassen moet overigens wel bij zichtbare vervuiling van de handen. Een gemiddeld desinfectiemiddel is uitdrogend, maar vaak wordt een aanvettend component toegevoegd wat ervoor zorgt dat de handen niet uitdrogen. Dit veroorzaakt minder irritatie dan wassen. Het is dus belangrijk om erop te letten dat een aanvettend component, bijvoorbeeld glycerol, aan het desinfectiemiddel is toegevoegd.’
In hoeverre is handeczeem anders dan constitutioneel eczeem?
ML: ‘Bij handeczeem is het belangrijk om naar de oorzaak te kijken. Constitutioneel eczeem kan een rol spelen: van de mensen met constitutioneel eczeem heeft een aanzienlijk deel ook handeczeem. Maar handeczeem komt ook geïsoleerd voor. Blootstelling aan irriterende stoffen en contactallergieën kunnen dan de oorzaak zijn van handeczeem. Of het is een combinatie. Onderzoek onder de algemene bevolking laat zien dat ongeveer één op de tien mensen over een periode van twaalf maanden handeczeem heeft of heeft gehad, in meer of mindere mate. Handeczeem komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. We denken dat dit komt door een verschil in blootstelling aan irriterende stoffen en allergenen, zowel thuis als werkgerelateerd.’
‘Handeczeem kan hardnekkig en moeilijk behandelbaar zijn’
M: ‘De risicofactoren voor handeczeem zijn contactallergie en huidirriterende stoffen, zoals regelmatig en langdurig contact met bijvoorbeeld water, zeep of schoonmaakmiddelen. Dit zie je vaak bij bepaalde beroepen als kapper, schoonmaker en verzorgende beroepen. Frictie (wrijving en schuren) is ook een irriterende factor die handeczeem kan geven, bijvoorbeeld bij sleutelen aan auto’s.’ ML: ‘Als mensen constitutioneel eczeem hebben – of het als kind hebben gehad – en een natwerkberoep gaan doen, lopen zij veel risico om handeczeem te krijgen. In ons spreekuur zien wij weleens mensen die al aan het begin van hun kappersopleiding last krijgen van handeczeem. En dan blijkt dat ze al hun hele leven constitutioneel eczeem hebben, maar weinig klachten hadden. Dan weet je dat het lastig wordt om het kappersvak uit te oefenen. Mensen die gevoelig zijn voor handeczeem moeten dus eigenlijk geen natwerkberoep gaan doen. Dit zou je mee moeten nemen in de beroepskeuze, maar in Nederland is hier weinig aandacht voor.’
Waarom is hier in Nederland minder aandacht voor?
ML: ‘Wereldwijd zijn veel minder artsen en onderzoekers bezig met handeczeem dan met constitutioneel eczeem. Ik denk dat dat komt doordat de ziektelast wordt onderschat, dat men denkt dat iemand ‘alleen maar’ eczeem aan de handen heeft. Maar dan ga je volstrekt voorbij aan het feit dat eczeem op die handen enorm veel impact heeft. Zowel in het sociale leven als op je werk. Het kan een forse belemmering zijn voor het uitvoeren van je beroep. Daarnaast is handeczeem juist ontzettend complex. Je moet onderzoeken of er bijvoorbeeld een contactallergie meespeelt. En dat kan een allergie voor de meest uiteenlopende dingen zijn. Handeczeem kan hardnekkig en moeilijk behandelbaar zijn. En regelmatig is ook systemische therapie (pillen) nodig bij ernstig handeczeem. Maar daar begin je pas aan als je zeker weet dat een contactallergie niet de oorzaak is; dat wil je uitgesloten hebben. Daarom moet iedere patiënt met handeczeem allergietesten krijgen met plakproeven. Dat staat in onze Nederlandse richtlijn en ook in de internationale richtlijn. En toch gebeurt het niet altijd. Het komt nog steeds voor dat patiënten die al jarenlang handeczeem hebben, nog nooit plakproeven hebben gehad. Of dat alleen de standaardreeks geplakt is, en dat er nooit specifiek is gekeken naar de blootstelling aan stoffen op het werk van de patiënt. Dat is dan ook mijn boodschap: mensen met handeczeem moeten altijd getest worden om te kijken of er een oorzaak van buitenaf is. Want als de patiënt in aanraking blijft komen met de stoffen waarvoor hij allergisch is, heeft behandelen weinig zin.’
Hoe kom je er achter waarvoor iemand allergisch is?
M: ‘Je moet er achter komen wat iemand doet op een dag, en met welke stoffen iemand werkt. Voor diegene is dat heel logisch, dus je moet flink doorvragen om een goed beeld te krijgen. We willen dan precies weten: hoeveel uur per dag heb je natte handen, hoe vaak was je die handen, met welke stoffen kom je in aanraking, hoe vaak kom je met die stoffen in aanraking? We vragen ook de veiligheidsbladen van die stoffen op, zodat we kunnen uitzoeken wat er allemaal inzit en wat daarvan mogelijk een allergische reactie van de huid kan veroorzaken. En dat gaan we dan testen met plakproeven. Vervolgens is het belangrijk om te kijken hoe iemand die stoffen kan mijden. En als dit werkgerelateerd is, wordt hier samen met een bedrijfsarts naar gekeken.’
Wat interessant dat jullie ook samenwerken met bedrijfsartsen!
ML: ‘Elke drie tot vier weken hebben we een multidisciplinaire arbeidsdermatologiebespreking. Bij die besprekingen zit ikzelf, eczeemverpleegkundigen, artsassistenten in opleiding die de arbeidsdermatologiestage doen, en een onafhankelijk bedrijfsarts. Hij werkt speciaal voor onze arbeidsdermatologiepoli en hij denkt met ons mee. Het is voor ons soms lastig om contact te maken met de bedrijfsarts van een patiënt; daar helpt onze bedrijfsarts ons bijvoorbeeld bij. Ook bekijken we samen hoe we een beroepsziekte het beste kunnen communiceren naar de huisarts of bedrijfsarts van de patiënt, zodat de patiënt zo goed mogelijk wordt geholpen. Er zijn genoeg mensen met handeczeem die doorwerken. Wij proberen de bedrijfsarts van de patiënt dan duidelijk te maken dat er iets aan de hand is. Vaak sturen we in overleg met de patiënt een brief waarin we duidelijk aangeven aan welke allergenen en irriterende stoffen de patiënt minder blootgesteld zou moeten worden op de werkvloer.’
M: ‘We doen ook werkplekbezoeken. Na toestemming van de werkgever gaan we dan langs op de werkplek van een patiënt om te kijken hoe de werksituatie is, met welke stoffen iemand in aanraking komt en wat er geregeld is qua arbeidshygiëne. Een werkgever heeft daar meestal interesse in wanneer er meer mensen zijn met klachten. Dit wordt vaak geïnitieerd vanuit een patiënt van ons, want die ziet namelijk dat meer mensen klachten hebben. Dan gaat zo’n balletje rollen.’Hoe behandel je handeczeem?
M: ‘Verpleegkundige zorg speelt hierin een belangrijke rol. Direct na het eerste consult met de dermatoloog komen de patiënten bij ons langs. Wij geven uitleg over wat handeczeem is, wat het belang is van smeren met vette zalven, hoe en hoeveel hormoonzalf je smeert en hoe zo’n afbouwschema in elkaar zit. We laten de patiënt verschillende vette zalven uitproberen, om te kijken wat hij of zij prettig vindt. We bespreken hoe je rekening kunt houden met ortho-ergische (irriterende) factoren; daarbij schrijven we vaak handschoenen voor. In iedere vervolgafspraak evalueren we de behandeling en overleggen hierbij met de arts.’
‘Gelukkig wordt in nieuwe studies steeds meer naar de handen gekeken’
ML: ‘Alitretinoïne is het enige systemische middel dat is geregistreerd voor handeczeem. Dit helpt vooral bij mensen die hyperkeratotisch handeczeem hebben. Dat is handeczeem met eeltvorming op de handpalmen. Wanneer het een meer inflammatoir type handeczeem is, dus met roodheid, schilfering en blaasjes, helpt dit middel een stuk minder. We proberen ook wel ciclosporine en methotrexaat. Maar regelmatig niet met het gewenste resultaat. Het is schrijnend dat er weinig goede behandelingen zijn voor matig tot ernstig handeczeem.’
Wat hopen jullie voor de toekomst?
ML: ‘Meer inzicht in de oorzaak (pathogenese) van handeczeem en daarmee ook meer inzicht in de juiste behandeling. Er is dringend behoefte aan nieuwe behandelingen. We zijn nu bezig met onderzoek naar wat het effect is van dupilumab voor handeczeem. Bij de patiënten die ook constitutioneel eczeem hebben, zien we positieve resultaten. We willen nu kijken wat het doet bij mensen die alleen handeczeem hebben. Hetzelfde geldt voor andere middelen die nu worden getest voor constitutioneel eczeem, zoals de JAK-remmers. Gelukkig zie je in nieuwe studies steeds meer dat ook naar de handen wordt gekeken. En ik merk dat de farmaceutische industrie interesse krijgt in het opstarten van studies met biologicals voor handeczeem. De focus van de farmaceutische industrie heeft jarenlang gelegen op psoriasis. Nu ligt de focus eindelijk op constitutioneel eczeem. En hopelijk komen die handen er nu ook achteraan. Daar zitten we echt op te wachten!’
Diane van Beek
© VMCE - GAAF! oktober 2020
Een hele GAAF! lezen? Dat kan met dit inkijkexemplaar. Of ontvang GAAF! elk kwartaal door nu lid te worden. Je hebt dan tevens toegang tot het gehele archief van GAAF!, twee informatieve boekjes en zes folders die je meer vertellen over constitutioneel eczeem.