25-06-2025 | Elk kwartaal stelt de VMCE een artikel uit GAAF! voor direct lezen beschikbaar via deze website. Dit keer vertellen dermatologen Anne-Moon van Tuyll van Serooskerken en Inge Haeck over de samenwerking die zij in ‘hun’ ziekenhuizen hebben met andere specialismen.
Samenwerkingsverbanden in de zorg
Dermatologen krijgen geregeld te maken met aandoeningen die buiten hun expertisegebied vallen. Hoe gaan ze hier in de praktijk mee om? Hoe werken ze samen? Anne-Moon van Tuyll van Serooskerken en Inge Haeck vertellen erover.
Kijken jullie ook naar andere aandoeningen als je iemand met eczeem behandelt?
Anne-Moon van Tuyll van Serooskerken (vTvS), van het HagaZiekenhuis en Juliana Kinderziekenhuis (JKZ) in Den Haag: “Wij vragen altijd actief naar andere atopische klachten* bij kinderen en volwassenen met eczeem. We hebben daarvoor ook samenwerkingsverbanden: op het moment dat er andere klachten zijn, overleggen wij met andere artsen of verwijzen we mensen door.”
Inge Haeck (H), van het UMC Utrecht en Wilhelmina Kinderziekenhuis: “Het UMCU is het landelijke expertisecentrum voor eczeem. We hebben een breed team en kijken standaard naar andere atopische aandoeningen. In de grotere algemene ziekenhuizen is de eczeemzorg vaak goed geregeld. Voorheen werkte ik bij ziekenhuis Reinier de Graaf in Delft, daar hadden we deze samenwerkingsverbanden ook. Een ander mooi voorbeeld is het Deventer Ziekenhuis, waar onze collega Monique Gorissen werkt. Daar geeft de begeleiding ook in de thuissituatie extra aandacht aan kinderen met atopische aandoeningen. Dat is mogelijk dankzij de samenwerking met thuiszorgverpleegkundigen.”
"Helaas zijn de samenwerkingsverbanden zijn niet overal aanwezig’
vTvS “Er zijn dus zeker mooie voorbeelden te noemen. Maar deze samenwerkingsverbanden zijn helaas niet overal aanwezig. En niet overal wordt goed gekeken naar andere aandoeningen, er wordt niet altijd goed doorgevraagd. Dat geldt ook voor de eerste lijn, waar onder andere de huisartszorg onder valt.”
H “Daarnaast speelt de beschikbare tijd in de spreekkamer een rol. Als een arts een goed consult over eczeem doet, heeft die weinig tijd over om door te vragen naar andere atopische klachten. Terwijl het een het ander kan beïnvloeden.”
vTvS “Wanneer een kind veel last heeft van hooikoorts, is het eczeem vaak ook onrustiger. Hooikoorts is dan niet de oorzaak van het eczeem, maar het verergert wel de klachten. Wij vragen standaard of een kind een andere medische voorgeschiedenis heeft en welke invloed hun eczeem heeft op het dagelijks leven. Daarnaast willen we bijvoorbeeld weten of de thuissituatie zodanig is, dat de voorgeschreven behandeling thuis goed kan worden uitgevoerd. Soms is extra hulp nodig of zijn de ouders niet meer bij elkaar en moeten we daar rekening mee houden.”
Hoe gaat het bij klachten buiten het atopisch spectrum?
H “Vooral bij kinderen is het nodig om na te vragen of er andere klachten zijn, bijvoorbeeld buikpijn of niet goed groeien. Ik ben blij als ouders bijvoorbeeld het groeiboekje meenemen. Niet goed groeien kan komen door een chronische aandoening, of door iets anders. Soms is het lastig te onderscheiden welke klachten bij eczeem horen en welke bij een andere aandoening. Oftewel: wanneer sturen we een kind door naar een andere arts?”
vTvS “Het is belangrijk om te herkennen wanneer iets afwijkt. Wij zien wel eens kinderen waarbij hun eczeem net anders is dan het standaard eczeem. Als de behandeling dan niet goed werkt, kan het toch iets anders zijn. Een afweerstoornis kan bijvoorbeeld dezelfde soort klachten geven, al komt dit zelden voor.”
‘Een afweerstoornis kan dezelfde soort klachten geven. Herken het verschil’
Hoe is die samenwerking georganiseerd?
vTvS “Als klachten anders zijn dan verwacht, verwijzen we laagdrempelig door of bellen we met een andere arts. Op het moment dat we kinderen systemische medicatie** voorschrijven, kijkt er standaard een kinderarts mee. Bloed prikken en medicijnen injecteren doen we in het JKZ op een kindvriendelijke manier. Wanneer we merken dat er thuis iets aan de hand is, kunnen we schakelen met maatschappelijk werk of met een psycholoog.
Andersom nemen andere artsen en verpleegkundigen contact met ons op. Bijvoorbeeld als ze een kind willen testen op een voedselallergie, is het belangrijk dat het eczeem rustig is. Dan krijg ik de vraag van de kinderarts of ik een patiënt even kan zien. Het werkt heel prettig als we elkaar als zorgverleners laagdrempelig kunnen bellen.”
H “Als wij andere klachten vermoeden, nemen we ook vaak contact op met de huisarts om na te vragen of die al bekend zijn. Dat doen we voordat we iemand eventueel doorverwijzen. Soms is er meer aan de hand of is iemand al in een ander ziekenhuis behandeld. De samenwerking met huisartsen daarin is belangrijk. Zij kennen patiënten vaak beter. Ze kennen het hele gezin en weten wat er speelt.”
vTvS “Recent kwam een jongeman van 13 langs die jaren niet in de zorg was geweest. Hij dacht dat hij maar moest leren leven met zijn eczeem. Hij had zo’n ernstig eczeem en zulke astmaklachten dat we hem een biological (dit zijn medicijnen die ingrijpen op chronische ontstekingsprocessen, ze worden als injectie toegediend) hebben gegeven.
Zijn moeder zegt nu, na de behandeling: ‘Ik heb gewoon een ander kind. Ik dacht altijd dat ik een stil kind had, maar hij praat nu honderduit. Hij sport meer, ook omdat zijn longinhoud verbeterd is.’ Bij hem hebben we samen met een longarts de indicatie gesteld.”
Waardoor is de samenwerking op de ene locatie beter dan op de andere?
H “Dat hangt af van hoe de zorg er is geregeld. Zijn er samenwerkingsverbanden? Zitten er andere expertises in de buurt?”
vTvS “En ook: hoe is de ondersteuning geregeld? Wij hebben hier bijvoorbeeld twee eczeemverpleegkundigen die veel doen en regelen. In algemene ziekenhuizen is deze ondersteuning er niet altijd. Dan moeten artsen dit meer zelf doen en dat kost tijd. Dat neemt niet weg dat een arts wel die vragen moet stellen en alert moet zijn als een patiënt meer zorg nodig heeft dan alleen eczeemzorg.”
Wat kun je als patiënt doen als je meerdere aandoeningen hebt?
vTvS “Als de arts er niet naar vraagt, kun je zelf vertellen welke andere aandoeningen je hebt dan eczeem, zoals longproblemen. Bereid je voor. Wat zijn je klachten?”
H “Soms denken patiënten dat een bepaalde klacht bij het eczeem hoort. Dan blijkt het om een andere aandoening te gaan die we ook kunnen verhelpen. Benoem dus alles en laat de arts maar oordelen of het erbij hoort. De arts kan je doorverwijzen als dat nodig is.”
Hoe gaan jullie om met conflicterende medicatie?
vTvS “Bij kinderen zien we dit niet vaak, die gebruiken meestal niet zo veel. Bij volwassen komen we dit vaker tegen. Ik heb bijvoorbeeld een patiënt die kanker had. Die kan daardoor niet alle medicatie voor zijn eczeembehandeling gebruiken. Dan overleg ik met de oncoloog, zodat ik op een veilige manier kan behandelen.”
H “Soms denken wij dat een bepaald middel geschikt is, maar bij iemand met een oncologische voorgeschiedenis laten we dit altijd checken door een expert. Dit gaat meestal om systemische middelen.
Daarentegen kunnen we de basisbehandeling voor eczeem, dus de zalven, eigenlijk altijd bij iedereen toepassen: die smeer je lokaal op de huid. Op die behandeling kunnen we altijd terugvallen. Alleen voor de patiënten voor wie dat ontoereikend is, moeten we extra overleggen.”
vTvS “Het is daarom belangrijk dat zorgverleners zich blijven realiseren dat je naar een persoon kijkt en niet alleen naar een huidbeeld. Alles wat binnen onze expertise valt, kunnen we zelf doen. Maar op het moment dat we denken ‘Nu ben ik ontoereikend’, schakelen we een ander in. Als zorgverleners moeten we elkaar laagdrempelig blijven opzoeken. Wat nodig is, verschilt per patiënt. Bij de een hebben we niemand erbij nodig, bij de ander hebben we juist een heel team nodig.”
H “Soms zien we patiënten waarbij we dezelfde behandeling geven voor ook een andere aandoening, bijvoorbeeld bij astma en ernstig eczeem. We schrijven voor beide aandoeningen dezelfde biological voor. En zowel wij als de longarts kijken hiernaar. Wekelijks hebben we een multidisciplinair overleg waarbij we dit soort patiënten bespreken.
Laatst kwam een meisje bij ons met jeugdreuma en een vrij actief eczeem. Voor de jeugdreuma gebruikte ze een biological, maar die hielp niet voor haar eczeem. In overleg met de reumatoloog zijn we overgegaan op een ander middel, in de hoop dat het zowel voor beide aandoeningen zou werken. Helaas was dat niet het geval. Dan kijken we samen weer verder.”
vTvS “Buiten dat het belangrijk is voor de mensen die we behandelen, is het ook leuk voor onszelf om met andere zorgverleners samen te werken. Als dermatologen krijgen we soms andere inzichten, omdat we iets vanuit een ander oogpunt bekijken. We leren van onze collega’s en dat is zeer waardevol.”
* Een andere naam voor constitutioneel eczeem is atopisch eczeem. Atopie betekent: de aangeboren aanleg om allergisch te reageren, zoals bij bijvoorbeeld astma, hooikoorts en voedselallergie.
** Systemische geneesmiddelen verspreiden zich via de bloedsomloop door het gehele lichaam, ze worden bijvoorbeeld via injecties of pillen toegediend.
Tekst: Diane van Beek
VMCE - GAAF! zomer 2025
Een complete GAAF! lezen? Dat kan met dit inkijkexemplaar. Of ontvang GAAF! elk kwartaal door nu lid te worden van de VMCE. Je hebt dan ook toegang tot het gehele archief van GAAF!.