27-09-2024 | Elk kwartaal stelt de VMCE een artikel uit GAAF! voor direct lezen beschikbaar via deze website. Dit keer vertelt dermatoloog Annemie Galimont over misinformatie, die veelvuldig beschikbaar is op het internet. Zorgprofessionals ondervinden er dagelijks de nadelige gevolgen van in hun spreekkamers.
Wie door sociale media scrolt, komt naast grappige kattenfilmpjes ook informatie over gezondheid en medische aandoeningen tegen. Er is een overweldigend aanbod hierover, maar het merendeel ervan klopt niet of slechts deels. Dermatoloog Annemie Galimont (Bravis Ziekenhuis in Roosendaal) gaat actief de strijd aan met misinformatie.
Tekst: Diane van Beek
Cartoon: Marc-Jan Janssen
Foto: Eigen archief
Misinformatie
‘De patiënt moet zich begrepen voelen’
“Als zorgverlener zien we op sociale media soms complottheorieën langskomen die zijn bedoeld om te ontregelen. Vaker zien we onschuldiger ogende informatie die goedbedoeld is, maar net niet klopt. Dit is informatie die waarschijnlijk des te gevaarlijker is: je hebt als lezer niet direct in de gaten dat het niet helemaal klopt”, zegt Galimont.
“De gevolgen ervan zien we dagelijks in onze praktijken terug. Mensen zeggen bijvoorbeeld: ‘Dokter, ik weet het ook niet meer, je hoort zoveel dingen op de sociale media’, of ‘Hoe komt het dat u niet weet dat de behandeling die u voorstelt zo schadelijk is?’. Of ze stellen onderzoeken en behandelingen voor die geen enkele wetenschappelijke onderbouwing hebben.”
Galimont vertelt over een moeder die met haar kind op consult komt. Het kind heeft eczeem en de moeder eist een bloedafname om de oorzaak ervan te vinden. “Ik probeerde haar uit te leggen dat we de oorzaken van eczeem al kennen en dat een bloedonderzoek niet in de richtlijnen staat, maar ik kreeg dat niet voor elkaar. Intussen is er tijdsdruk, omdat ik met mijn spreekuur bezig ben. Maar ze eist nú een onderzoek, ze meent dat ze daar recht op heeft.
Ik probeer altijd met een patiënt in gesprek te blijven en uit te leggen welke zorg wetenschappelijk onderbouwd is. We spreken in de zorg vaak over de rechten van de patiënt, maar óók artsen hebben rechten. Wij hebben het recht om weloverwogen medische keuzes te mogen maken, omdat we er uiteindelijk ook wettelijk verantwoordelijk voor zijn. Behandelingen gebeuren veelal in samenspraak met de patiënt, maar we hoeven niet te doen wat de patiënt per se wil.”
Groot bereik
De manier waarop patiënten informatie tot zich nemen is veranderd. Galimont: “Vroeger werd informatie één op één overgebracht en vertelde jouw buurvrouw over een handig middeltje bij een bepaalde kwaal. Nu beschikken we over talloze media die veel meer mensen bereiken. Het veelvuldig delen van goedbedoelde, maar net niet kloppende informatie is hierbij het grootste probleem. En dit is een wereldwijd probleem, het speelt overal waar mensen toegang hebben tot internet en sociale media.”
In Nederland trokken dermatologen begin dit jaar aan de bel. Vanwege te veel gebruik van huidproducten zien zij in hun praktijk steeds vaker tieners met huidproblemen. Die producten worden op de sociale media aangeprezen door – soms heel jonge – influencers. “Terwijl zij die helemaal niet nodig hebben. Als kinderen en tieners die te veel gebruiken kan dat leiden tot infecties, een geïrriteerde huid of huidziekten zoals acne of eczeem. Dit soort gevolgen zien wij vervolgens in de spreekkamer.”
Onzekerheid
Galimont vervolgt: "Mensen met chronische aandoeningen zijn gevoeliger voor misinformatie, juist omdat er geen definitieve oplossing voor hun klachten bestaat. Dat geeft onzekerheid. Hierdoor gaan ze zelf op zoek naar informatie, in de hoop toch een oplossing te vinden. Tel daarbij op: hoe vaker een aandoening voorkomt, zoals eczeem, des te meer misinformatie erover is te vinden.”
Dit kan ertoe leiden dat aandoeningen niet op de juiste manier worden behandeld. “En door het navolgen van die foute adviezen kan het eczeem dan juist verergeren. Zo wordt op sociale media gepropageerd dat een tekort aan voedingsstoffen leidt tot eczeem. We zien dat mensen online supplementen kopen zonder de precieze samenstelling te kennen. Bij gebruik ervan kunnen ze last krijgen van bijwerkingen, zoals zenuwschade of een contactallergie voor bepaalde bestanddelen in supplementen.”
Brein
Hoe kan dat eigenlijk, dat mensen dénken dat zij misinformatie kunnen onderscheiden van correcte informatie? “Uit neurobiologisch onderzoek blijkt dat het ons brein veel energie kost om constant gedetailleerde informatie te verwerken en voortdurend kritisch te denken. Om wat van die energie te besparen, maakt het brein daarom gebruik van shortcuts waarbij we met minimale informatieverwerking snel beslissingen kunnen nemen. Het nadeel is alleen dat deze snelle inschattingen kunnen leiden tot verschillende zogenoemde cognitieve biases (zie kader). Hierdoor kunnen we met minimale informatieverwerking snel beslissingen nemen.”
'Zoals offline als online moeten we als zorgverleners aan de slag’
Om misinformatie te bestrijden is communicatie met patiënten belangrijk. Galimont: “We moeten zowel offline (in onze spreekkamers) als online (op sociale media) aan de slag. Offline moeten zorgverleners in de spreekkamer openstaan voor de meningen van de patiënt. Veel patiënten zijn dan namelijk al uitgebreid met misinformatie in aanraking gekomen. Het is belangrijk om te achterhalen wat de patiënt zelf gelooft en waarom hij of zij dat gelooft. De patiënt moet zich begrepen voelen. Pas daarna kan een gesprek plaatsvinden.”
Galimont denkt dat zorgleners te zakelijk zijn tijdens gesprekken met patiënten. “We moeten niet alleen nog meer rekening houden met de emotie van de patiënt, maar ook met die van onszelf. Bespreek de twijfels, sta ervoor open en neem er de tijd voor. Daarnaast is herhaling en simpele taal nodig, dit voelt geloofwaardiger aan. Erken bovendien dat we in de geneeskunde niet alles weten en dat er geen ultieme waarheid is. Dat is echt van toegevoegde waarde.”
Zoiets vergt wel wat van zorgverleners, aldus Galimont. “Dat betekent dat we ons ook op de hoogte moeten stellen van de meest gangbare alternatieve behandelingen waarmee patiënten in aanraking kunnen komen. Bovendien moet er vanuit de beroepsgroepen goed toegankelijke informatie met duidelijke taal komen, het liefst met foto’s en beeldmateriaal.”
Informatiekloof
Ook online is er terrein te winnen. “In de onlinewereld hebben zorgverleners nog maar babystapjes gezet. Er bestaan websites met betrouwbare informatie en er zijn informatiebijeenkomsten, maar die hebben slechts een beperkt bereik. Ik ben van mening dat we de hand in eigen boezem moeten steken. Online is onze stem en ons geluid nauwelijks te horen. We worden overschreeuwd door informatie van zelfbenoemde experts. Die informatie is vaak aantrekkelijk, en eerlijk is eerlijk, er zit altijd een kern van waarheid in.”
Galimont vervolgt: “Daar komt bij dat duidelijke en betrouwbare medische informatie niet voor iedereen even toegankelijk is: één op de drie mensen heeft moeite met het vinden, begrijpen, beoordelen en gebruiken van informatie over gezondheid. Die informatiekloof zorgt ervoor dat de verschillen in gezondheid tussen goed en slecht geïnformeerde mensen alleen maar groter worden. Als zorgverleners moeten we ons gezamenlijk inspannen en mensen helpen een weloverwogen keuze te maken. Dit kan ook de keuze zijn die niet strookt met de professionele standaarden. Dat moeten we dan respecteren.”
Dokters Vandaag
Afgelopen voorjaar werd het TikTok-account 'Dokters Vandaag' gelanceerd, een platform waarop acht artsen betrouwbare medische informatie delen. Galimont is een van deze artsen: “Met Dokters Vandaag willen we een tegenwicht bieden aan de overvloed aan misinformatie op sociale media. Al binnen tien dagen bereikte het account twee miljoen views, wat de enorme behoefte aan betrouwbare medische informatie aantoont. En ook op Instagram zijn we inmiddels actief.”
Het project is niet gesponsord en heeft geen verdienmodel of verborgen agenda. “We streven ernaar om medische informatie toegankelijk te maken voor zowel patiënten als zorgverleners. Want niet alleen patiënten, maar óók zorgverleners hebben een lui brein dat liever niet kritisch denkt en graag gelooft wat het altijd geloofde.”
Cognitieve biases
Galimont heeft het over cognitieve biases. Dat zijn inschattingen die ons brein maakt op basis van patroonherkenning, omdat ons brein snel informatie wil verwerken en een beslissing wil nemen. Dit kan heel nuttig zijn, denk bijvoorbeeld aan een verkeerssituatie waarin je snel moet handelen. Maar door dit proces kunnen ook veelvoorkomende denkfouten ontstaan.
Rondom (medische) misinformatie zien we de volgende vier biases vaak voorkomen:
1. Confirmation Bias
Mensen zoeken actief naar informatie die hun bestaande overtuigingen bevestigt, terwijl tegenstrijdige informatie vaak genegeerd wordt. Algoritmes versterken dit, ze bieden informatie aan die aansluit bij eerdere zoekopdrachten en voorkeuren.
2. Negative Framing
Galimont: “We zijn gevoeliger voor negatieve informatie dan voor positieve. Dit maakt misinformatie, die vaak wordt verteld vanuit negatieve emoties of gevolgen, bijzonder krachtig en overtuigend. Hierdoor is een weloverwogen en neutrale boodschap in de spreekkamer minder aantrekkelijk dan een negatieve boodschap op sociale media.”
3. Sharing Paradox
Informatie wordt gedeeld zonder dat de nauwkeurigheid ervan is bevestigd. “Dit gebeurt vaak uit opwinding of onrust. En hoe vaker informatie is gedeeld, hoe geloofwaardiger het is.”
4. Credibility Boosters
Middelen zoals vóór- en na-foto’s, autoriteit en eenvoudige taal verhogen de geloofwaardigheid van een boodschap. Deze technieken worden vaak gebruikt om misinformatie overtuigender te maken. “Door deze aspecten krijgt misinformatie vaak de voorkeur boven betrouwbare informatie. Simpelweg omdat dit ons brein beter bevalt.”
VMCE - GAAF! september 2024
Een complete GAAF! lezen? Dat kan met dit inkijkexemplaar. Of ontvang GAAF! elk kwartaal door nu lid te worden van de VMCE. Je hebt dan ook toegang tot het gehele archief van GAAF!.